Hello. My name is Matthijs and I’m a recovering Taalnazi

NB: dit is een gastcolumn van Matthijs. Hij schreef het naar aanleiding van dit stukje.

Ik was dus een taalnazi. Tot voor kort (en met ‘kort’ bedoel ik een maand of twee terug), was ik zo iemand die zichzelf geweldig vond. Geweldig om het feit dat ik, ondanks mijn bescheiden mavo-mbo-hbo-route, menigeen kon verbeteren op het gebied van spelling & grammatica. Meer dan ééns ben ik die persoon geweest in de voorbije jaren die parmantig met opgeheven vingertje én kinnetje mensen wees op hun foutje, zodra iemand zich bediende van een d’tje op de plek van een t’tje. Of een ‘wilt’ daar waar Van Dale een ‘wil’ zou voorschrijven.

Nu, echter, niet meer. Ik ben ongevraagd in therapie gegaan. Gesmeten zelfs, zou je wel mogen stellen. En zoals dat zo vaak gaat bij het aanvaarden van nieuwe inzichten, is het soms even nodig om door iemand die je hoog hebt zitten, ‘terecht’ gewezen te worden. Voor mij was die iemand een Juf Nederlands. We noemen haar voor het gemak Sanne. En terechtwijzen huist in deze context eigenlijk onnodig veel agressie. Maar desondanks opende Juf Sanne m’n ‘eyes’. En nu ben ik dus recovering, incluis groepstherapie en rondestoelsessies. “Hi, ik ben Matthijs en ben een herstellende taalnazi.”

Het kwam zo. Je accepteert nieuwe inzichten sneller van iemand wiens expertise je hoog hebt zitten. En die iemand is Juf Sanne voor me. Juf Sanne heeft een vreselijk snedig pennetje, een spitsvondig vermogen tot taalanalyse, humor en reflectie én staat open voor nieuwe inzichten of andere kijkwijzen. Als ‘taal zeg maar echt je ding is’, is zij ‘zeg maar echt je persoon.’

Het was Juf Sanne die mij deed inzien dat het superioriteitsgevoel dat gepaard gaat met iemand taal-shamen, onterecht is. Ze deed dat met behulp van een column van Aaf Brandt Corstius. Die column deed mij namelijk herkennen en erkennen dat ik een probleem had. Zoals je weet is stap 1 voor iedere verslaafde, (h)erkennen dat je een probleem hebt. Inzien en accepteren dat het anders moet. En mijn ‘probleem’ bleek een tegenstrijdigheid te zijn in mijzelf. Dat zit zo.

Ik ben altijd al voorstander geweest van het concept dat taal een dynamisch ding is. Onderhevig aan verandering. Gevoelig voor invloeden van buitenaf. Denk aan taal vanuit het buitenland. Denk aan straattaal. Denk aan cultuur. Ja, dat accepteerde ik wel. Maar tegelijkertijd accepteerde ik niét dat ‘foutief’ gebruik van de Nederlandse taal de oorzaak mocht zijn dat de taal dan in die richting veranderde. Dat deed ik dan af als fout. Zie je de dubbele moraal? Wel accepteren als het ‘okay voelt’, maar niet als het niet ‘okay voelt?’

Nu, Juf Sanne hielp me hiermee. Door het delen van een column die dit punt precies beetpakt. Die mij hielp de tegenstrijdigheid in mezelf te zien, en te omarmen. Ik ben Juf Sanne én Aaf heel dankbaar. Al ’n maand lang.

“Hi, ik ben Matthijs en ben al 28 dagen clean van mensen corrigeren.”