Gesprekken gaan altijd over mijn muur. Met iedereen die voor het eerst op mijn kamer in Groningen komt, bespreek ik even de wand die volgeplakt is met posters. Cabaret vooral, af en toe een verdwaald toneelaffiche. ‘Nee, ik heb niet het gevoel dat ik aangekeken word door mijn posters. Alleen als ik op het balkon sta, denk ik wel eens dat er iemand in mijn kamer staat, omdat Wim Helsen op geloofwaardige hoogte hang.’
Het is een dankbaar gespreksonderwerp. Af en toe worden posters minutenlang besproken. ‘Die van Buutvrij, zou Jeroen Woe op een krukje staan of is de foto in twee keer genomen?’ (Ik hoop het eerste, maar weet inmiddels het tweede) Sommige posters zijn zo mooi of slim gemaakt, dat ik het jammer vind dat er soms zo weinig aandacht aan wordt besteed. De ontwerper staat meestal of minuscuul in een hoekje of is überhaupt niet te achterhalen.
Dat ze toch het bespreken waard zijn, is niet alleen mijn opvatting. Van 1992 tot 2011 werd de theaterafficheprijs uitgereikt, die ook af en toe gewonnen werd door cabaretposters:
Sinds 2011 gaat de prijs door het leven als Mart.Spruijt Theaterafficheprijs, sinds 2013 wordt ‘ie tweejaarlijks uitgereikt (dat is dus om de twee jaar en niet twee keer per jaar – dit heb ik moeten opzoeken).
Gesprekken gaan altijd over mijn muur en steevast komt de vraag ‘welke vind je het mooist?’. Dat is natuurlijk een onmogelijke vraag, maar er zijn een aantal posters die altijd de revue passeren. De poster van Pieter Derks’ voorstelling ‘Zo Goed Als Nieuw’, Wim Helsens ‘Spijtig spijtig spijtig’ en die van Van der Laan en Woe met ‘Alles Eromheen’. Ik sprak met de makers. Respectievelijk Ruben Steeman, Yvonne Roos en Joost de Haas.
In november 2016 sprak ik voor de Volkskrant met de makers van de genomineerde affiches van de prijs, die inmiddels weder een nieuwe naam heeft: de MullerVisual Theaterafficheprijs.