(Ode aan haakjes)

Kijk, ik wil niet per se meteen allemaal stereotypen over taalnerds bevestigen, maar ik heb dus lievelingsinterpunctie. Lievelingskleur: blauw. Lievelingsdier: schaap. Lievelingsleesteken: haakjes. Ben echt een groot fan van haakjes. Laat me dat uitleggen.

Haakjes zijn een ongekende aanvulling op de schrijftaal. Je kunt er iets leuks mee: je kunt stiekem van alles toevoegen aan het verhaal dat je aan het vertellen bent. Dingen die niet heel relevant zijn voor de hoofdtekst, maar ook weer niet ongezegd moeten blijven. Haakjes bieden ruimte aan humor en nuance. Aan zijpaden en ritme. Anders dan de vormgeving doet vermoeden (‘haakje openen’, ‘haakje sluiten’) zijn het niet een soort hekjes die de tekst afgrenzen, maar geven ze juist ruimte. Ik zeg altijd: haakjes beperken niet, haakjes bevrijden. (Áltijd zeg ik dat.)

Ik zou willen dat haakjes in spreektaal bestonden. Ook daar wil ik namelijk die humor, nuance en zijpaden toevoegen, maar ik wil tegelijkertijd dat mijn gesprekspartner me kan volgen. Wat zijn de haakjes van de stem? Zit het in volume? Toonhoogte? Snelheid? Vaak probeer ik alle lettergrepen in één lettergreep uit te spreken en vergeet ik te articuleren. Het werkt zelden. Waren er maar haakjes.

En dan hebben we het nog niet eens gehad over de mogelijkheid van oneindige inbedding (moet je kijken (hier kijken (of hier))) en de heerlijke simpliciteit van de term (niks geen interessantdoenerij met ‘accolades’ en ‘beletseltekens’). Haakjes zijn mijn nummer 1. Voor de liefhebber: de komma staat op nummer 2, het gedachtestreepje op 3.

In mijn mails en stukjes probeer ik het gebruik van haakjes aan banden te leggen, want de samenleving is nog niet zo ver. Ik hanteer de vuistregel van maximaal één set haakjes per alinea: niet al te onprofessioneel, geen risico op haakjesinflatie en toch genoeg om wat extra’s binnen te smokkelen. Maar eerlijk is eerlijk, het liefst zet ik alles wat ik schrijf tussen haakjes (al moet moet een psycholoog daar misschien eens naar kijken).

6 Comments

  1. Ook ik ben paranthesefan van het eerste uur.
    Wat niet relevant maar interessant is, kan je erin kwijt. Of je eigen mening. Zonder dat het echt opvalt. Een soort voice-off. Of nog: om wat je net schreef, extra te benadrukken, af te zwakken of ter discussie te stellen.
    Je ode aan het haakje is meer dan terecht!

    1. Fijn om te horen dat ik medestanders heb. Toen ik het op Instagram postte, bleken teleurstellend veel van mijn vrienden liefhebber te zijn van de puntkomma (!).

  2. Leuk artikel Lotte! Maar jouw keuze van lievelingsinterpunctie verrast me :)! Alle je drie interpunctietoppers lijken echt veel op elkaar – manieren om meer inhoud in een zin te stoppen. Daardoor beschouw ik ze als een soort van krukken (maar ik geef toe – ze zijn echt handig).
    Met mijn lievelingsinterpunctie zit het zo: 1 = de punt, 2 = het gedachtestreepje, 3 = de dubbelpunt.
    \n (een newline dus) vind ik ook echt leuk, die zou ik tussen plaats één en twee kunnen zetten – want de afstand tussen de punt en het gedachtestreepje is echt groot!

    1. Ha, de punt. Een krachtig wapen. Dubbele punt vind ik: ook leuk. Je kunt een zin zoveel ritme meegeven. Ik vind /s trouwens ook een mooie vondst, alhoewel ie in het ideale geval niet nodig is.

  3. Zalig. Ik kan me hier zo in vinden. (Wist dus niet van mezelf dat ik eveneens een haakofiel was, maar dat blijkt nu zo). Worstel soms wel met de punt aan het einde van de zin. Moet ‘ie erin? Of erbuiten? Da’s nog niet altijd in de haak bij me…

    1. Hallo welkom bij de interpunctiehelpdesk. De punt moet buiten de haakjes (meestal). (Tenzij de hele zin tussen haakjes staat.) Groeten!

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *