‘Hey gozer, mag ik eens vragen, wat voor auto rijd jij eigenlijk?’ In zijn voorstelling ‘De R van Ronald’ beschrijft Ronald Goedemondt hoe een oudere kakker hem deze vraag stelt. Zelfs zonder het bijbehorende fragment, kun je hem horen praten: de Gooise R bij ‘gozer’, het Frans uitgesproken [oto], en minstens zo typisch: deze zinsconstructie. Het is nadrukkelijk niet ‘in wat voor auto rijd jij’, maar ‘wat voor auto rijd jij’. Waarom klinkt dat zo kak?
Het ogenschijnlijk kleine grammaticale verschil tussen ‘ik rijd een auto’ en ‘ik rijd in een auto’ (een zin met een lijdend voorwerp en een zin met een bijwoordelijke bepaling) zorgt voor een groot verschil in gevoel. ‘Ik rijd in een auto’ is een neutrale beschrijving van een plek, terwijl ‘ik rijd een auto’ de nadruk legt op de handeling van het besturen. Als je zegt ‘we zijn hier in de auto heen gereden’ suggereer je niet dat iedereen in de auto (al dan niet omstebeurt) op de bestuurdersstoel heeft gezeten. Bijrijder zijn is genoeg om in de auto te rijden. Net als dat je niet achter het stuur hoeft te zitten om in een trein te rijden. Bij ‘ik rijd een auto’ is dat heel anders. Die rol is voorbehouden aan de chauffeur en enkel de chauffeur. Daar laat een stereotiepe kakker geen misverstand over bestaan.
Daarnaast zit in ‘wat voor auto rijd jij’ een soort merkvastheid. De vraag gaat niet alleen over het voertuig waar jij je per ongeluk mee voortbeweegt, het gaat over het merk waaraan jij trouw bent. De steller van de vraag wil eigenlijk weten: wie ben jij? Een Porsche-man? Een Mercedes-vent? Of toch een BMW-knulletje? Daarom zegt hij ook niet gewoon ‘wat voor auto heb jij?’ Die vraag is voorbehouden aan mensen die lekker een goedkoop tweedehandsje hebben uitgezocht, of die met een leuke kleur. Terwijl, ‘een auto rijden’, dat is een experience! Een levensstijl! Een state of mind!
Ik vraag me af of deze typische zinsconstructie alleen bestaat bij kakkers die lullen over auto’s. Vragen pretentievolle koks aan elkaar ‘wat voor mes snijd jij?’ Informeren sprinters die interessant willen doen ‘wat voor schoenen loop jij?’ Ik betwijfel het en dat vind ik toch een beetje jammer. Het is grammaticaal misschien iets minder correct, maar daar hoef je je op zich niet door te laten tegenhouden.
Ronald Goedemondt kreeg nog de vervolgvraag wat zijn droomauto was, waar hij een prima antwoord op had. En ik zelf rijd trouwens helemaal geen auto. Ik rijd een Batavus en dat bevalt uitstekend.